De kraanvogel kwam altijd al en komt nog steeds in de Benelux vooral voor als trekvogel, wanneer hij van en naar zijn zomergebied trekt.
In maart en april en van eind oktober tot in december trekken ze over het oosten van ons land. Soms maken ze een pitstop in akkerbouwgebieden en eten ze achtergebleven maïskorrels, granen of aardappelen die op de velden zijn blijven liggen.
En zo kon het gebeuren, dat ruim een week geleden een grote groep kraanvogels was neergestreken op de Zweeler es, aan de oude weg naar Noord-Sleen, voorbij de kerk aan het tweede weggetje naar links. Ze waren schuw en ontzettend op hun hoede voor eventueel naderend onheil, dus dichtbij ze in de buurt komen, was zo goed als onmogelijk. Maar voor de echte vogelliefhebber was het opvangen van slechts een glimp van deze gevleugelde schoonheden al voldoende om lyrisch van te worden.
Hoe ziet een kraanvogel er uit?
Hij is groter dan de ooievaar, die is gemiddeld 107 cm, de kraanvogel is 114 tot 130 cm lang. De kraanvogel heeft een spanwijdte van 2 tot 2,3 meter. Hij is licht blauwgrijs van kleur met roestkleurige vlekken op de rug. De achterkant van de kop is wit, terwijl de keel zwart is. Ook boven op de kop bevindt zich een zwart gedeelte met een donkerrode kruin.
Google weet op alles antwoord!!