.

.

 

.

Families volgden elkaar op in 'Pastoorshoes'

Aan de Kruisstraat 25 in Zweeloo, in de buurt van de afslag naar Benneveld, staat een langgerekte boerderij met aan de achterkant twee schuren aan weerszijden van de baanderdeur. De linkerschuur was voor de berging van hooi en had een verbindingsdeur naar de deel, waardoor het wintervoer rechtstreeks naar de koeien gebracht kon worden.

Op de 'slietenzolder' van de grote schuur werd behalve koren nog meer hooi opgeslagen, dat via een gat boven de deel naar beneden werd geschoven. Dat was oppassen geblazen en boer Hendrik Komduur is er eens doorheen gevallen. Gelukkig zonder kwalijke gevolgen, maar hij durfde het pas veel later aan zijn vrouw te vertellen.

De rechterschuur staat los van de boerderij en werd gebruikt voor turfopslag. De bestrating tussen en om schuren en boerderij bestaat uit keien, die het historisch karakter nog eens benadrukken.

En historisch is de boerderij! Zij werd vanouds het 'Pastoorshoes' genoemd, want hier woonde de laatste pastoor van Zweeloo, Ludolphus Mensingh. Bij de Reformatie in 1598 weigerde hij predikant te worden en trouwde met zijn huishoudster, met wie hij al een dochter had en met wie hij daarna nog vijf kinderen kreeg. Hij werd eigenerfde boer en schatbeurder (belastingontvanger) van Zweeloo en Oosterhesselen. Tot het nieuwe geloof overgegaan, werd hij ook kerkvoogd van de hervormde gemeente. Zijn zoon Geert, tevens bierbrouwer, nam de boerderij en het schatbeurderschap over en werd de stamvader van de aanzienlijke familie Mensingh. Het pastoorshoes kwam later in het bezit van de families Sikken en Aling.
Tussen 1806 en 1820 kocht Lukas Abrahamy de boerderij. Ook hij kwam uit een aanzienlijke familie en was de kleinzoon van Ludovicus Abrahamy, van 1733 tot 1756 predikant te Zweeloo én heelmeester (kenner van en handelaar in geneeskrachtige kruiden en daarvan bereide middeltjes). Deze dominee verliet in 1750 de pastorie om bij een boerderij aan de latere Marktstraat zijn kruiden beter te kunnen telen. Lukas was tevens de broer van Lodewijk Abrahamy, die in de Franse inlijvingstijd maire, later schulte en van 1825 tot 1850 de eerste burgemeester van Zweeloo was. De familie Abrahamy, door huwelijk ook verwant aan de Mensinghs, bewoonde het pastoorshoes niet zelf, maar verpachtte het boerenbedrijf. Zoon Hendericus liet na een verbouwing zijn initialen H.A. in de omlijsting van de baanderdeur afbeelden. Niet onmogelijk is, dat hij toen aan de voorkant een woonhuis liet aanbouwen, dat voortaan de 'pastoorskamer' werd genoemd. Dit gedeelte verhuurde hij tot 1856 aan schrijnwerker Ebels en daarna aan de commiezen Rebenscheydt en Eitens. In 1895 werd de pastoorskamer vergroot, waarna deze verhuurd werd aan achtereenvolgens de gezinnen Geerts, Kiers en Brands.


De pachtersfamilies in het pastoorshoes volgden elkaar op. Vanaf 1851 woonden en werkten hier Berend Geerts en Roelofje Wevers en daarna hun zoon Hendrik en schoondochter Roelofje Hidding. In 1893 vestigde zich er het echtpaar Lambertus Henderikus en Marchien Kiers met hun vier kinderen. Dochter Anna trouwde met Egbert Eising, die het bedrijf van zijn inmiddels overleden schoonvader overnam. In 1904 werd hun dochter Marchien geboren, die als kleuterleidster werkzaam was, maar na een zware operatie bedlegerig werd. In deze periode begon ze te schrijven. Van 1952 tot 1970 kinderboeken en leesboekjes voor het onderwijs en een streekroman en dertig jaar lang een tweewekelijkse rubriek, waarvan veel bijdragen in bloemlezingen werden gebundeld. In 1966 kreeg ze voor haar hoofdzakelijk Nederlandstalige oeuvre de culturele prijs van Drenthe. Ze overleed in 1986 als een bekende Drentse schrijfster.

Nadat haar ouders in 1933 al vertrokken waren, namen Hendrik Ruinemans en Jantje Kamps uit Dalen de pachtboerderij over. In 1957 werden zij opgevolgd door Hendrik Komduur en Annie Duiker uit Exloo. Zij waren al in 1949 in Café Cats, het noodgemeentehuis in Odoorn (het oude was in 1943 door het verzet door brand verwoest), getrouwd en waren op de voorvaderlijke boerderij in Exloo begonnen. Doordat Hendriks broer in 1957 trouwde, besloten ze in dat jaar in Zweeloo het pastoorshuus te pachten. Eigenaar was toen via vererving de familie Dekker in Zwinderen, die er prijs op stelde in mei en november de pacht van Hendrik en Annie te ontvangen. Dat bleek overigens wederzijds.

 

In 1961 kochten Hendrik en Annie de boerderij van de familie Dekker. Het was voor hen een groots moment toen ze, bij de baanderdeur omhoogkijkend, tegen elkaar konden zeggen: 'Kiek H.A.: Hendrik en Annie'. Ze kregen twee kinderen, Jannie en Berend, die niet voor het boerenbestaan kozen. Omdat er dus geen opvolging was, besloten ze hun boerenbedrijf te beëindigen en enkele jaren later, in 1994, overleed Hendrik. Nu woont Annie goed verzorgd alleen in het pastoorshuus. En de pastoorskamer? Die is verbouwd tot vakantiewoning en is eigendom van Greta (Margaretha) Kuipers-Dekker, kleindochter van Margaretha Abrahamy, laatste telg uit het vermelde geslacht. Sta er eens een moment bij stil, bij dit eeuwenoude monument. Met dank aan Fokke Kuipers. (Bron: Coevorden HuisAanHuis / Kon. Boom Uitgevers)

 

Plaats reactie

De redactie behoudt zich het recht voor, ingezonden reacties niet te publiceren, indien de redactie meent dat deze reactie onnodig kwetsend is, of beledigende inhoud bevat.

Informatie

Zweeloo-digitaal is een initiatief van en voor inwoners uit de regio Zweeloo en omstreken en voor iedereen die interesse heeft in de regio. Het is een niet-commerciële website. Als u aanvullingen, tips of journalistieke inbreng heeft ontvangen wij die graag. Wij kunnen onze website daar weer mee verbeteren.
Rechts hiervan kunt u het Contactformulier openen.

DB Sweel